Vroeger had iedereen een eigen tuintje
Vroeger had iedereen een eigen tuintje. Behalve de gewone zaken als aardappels, sla, prei, aardbeien, en spinazie stonden daar ook fruitbomen en andere gezonde zaken in. Dat was ook nodig omdat anders de voeding erg eenzijdig zou zijn. Veelzijdig betekende dan wel vaak: 2 maanden snijbonen, 1 maand sla, in het najaar fruit en in de winter veelal gewekte zaken.