Het was een raadsel waar een schilderij van Pieter Brueghel de Jonge uit het Poolse nationale museum was gebleven. Het in 1974 gestolen werk is nu opgedoken in ons land, waar Museum Gouda het schilderij eind vorig jaar nietsvermoedend tentoonstelde.
Gdansk
Volgens kunstdetective Arthur Brand zit achter de roof een bizar verhaal rond de Poolse geheime dienst en mogelijk zelfs een moord. "Alleen zo'n dienst was in die communistische periode in staat om zo'n roof te plegen en dit soort werken in het buitenland te slijten", zegt Brand over de Poolse geheime dienst SB.
Zonder te weten
Museum Gouda exposeerde het schilderij waarop een boerenvrouw te zien is, zonder te weten dat het werk op een lijst van gezochte gestolen kunst staat. De directeur van het museum, Femke Haijtema, laat weten blij te zijn met het nieuws over de herkomst van het werk.
"Dit is echt van groot belang voor de internationale kunstwereld. Een groot compliment voor Arthur Brand, John Brozius (redacteur van tijdschrift Vind, red.) en de politie die uitstekend onderzoek hebben verricht", zegt Haijtema. De directeur zegt dat ze te goeder trouw heeft gehandeld bij het lenen en tentoonstellen van het werk. Momenteel wordt nader onderzoek verricht naar de diefstal.

Over de expositie van vorig jaar
Eeuwenoud schilderijtje van Brueghel nu te zien in Museum Gouda
Voor het eerst na meer dan veertig jaar is een klein schilderij van Brueghel voor iedereen te zien. Het werkje van Pieter Brueghel de Jonge (1564-1637) is privébezit, maar is speciaal voor de tentoonstelling Hete Vuren uitgeleend aan Museum Gouda. Het olieverfschilderij uit de 17de eeuw vertelt samen met kunstwerken uit het Rijksmuseum en stukken uit de Goudse stadscollectie over de relatie tussen mens en vuur.
Helse Brueghel
Pieter Brueghel de Jonge is de zoon van de welbekende Pieter Brueghel de Oudere. Brueghel junior gebruikte vaak vuur in zijn schilderijen, waardoor hij ook wel als de ‘Helse Brueghel’ bekend stond. De geschilderde voorstelling baseerde hij op een werk van zijn vader. Het is een alledaagse scène: een boerenvrouw draagt een emmer water en een tang met daarin een gloeiend kooltje. Maar de verstaander herkent hierin een oud spreekwoord: "In deen hant draghe vier dander waeter / met clappaers en clappeyen houd ik den snaeter." Het contrast tussen vuur en water symboliseerde iemand die onbetrouwbaar was.
Eindelijk zichtbaar
“Mijn vader was restaurateur van oude meesters en kocht de Brueghel ooit van een kunsthandelaar,” vertelt de eigenaar, die graag anoniem blijft. “De liefde voor 17de-eeuwse schilderijen die hij had, heb ik ook.” Meer dan veertig jaar is het werk niet voor publiek te zien geweest. “Dat is toch doodzonde! Ik vind dat kunst zichtbaar moet zijn, of dat nu thuis is of in een museum.” Over de bruikleen hoefde niet lang nagedacht te worden, maar dat het stuk in een vitrine ligt is wel een pré. “Het is toch een kwetsbaar werkje. Zo ligt het er heel mooi bij, het komt je echt tegemoet,” merkt de bruikleengever op. “En naast een Jan Steen, dat is ook niet verkeerd!”
Omringd door meesterwerken
Het werkje van Brueghel is in goed gezelschap, tussen werken uit het Rijksmuseum van meesters als Gerard Dou, Jozef Israëls en Jacob Maris. Ook uit de Goudse collectie is een prachtige serie uit depot gehaald: lithografieën van Jan Toorop uit het begin van de 20ste eeuw, met daarop een levendige inkijk in de Goudse kaarsenfabriek van toen. De tentoonstelling Hete Vuren – Schatten uit het Rijks is nog tot medio september in Museum Gouda te bewonderen, daarna reist de tentoonstelling door naar Venlo. Zonder de Brueghel, die gaat dan weer terug naar huis.
Hete Vuren – Schatten uit het Rijks is onderdeel van een serie reizende tentoonstellingen van M6, zes samenwerkende stadsmusea, met het Rijksmuseum als gulle bruikleengever. De tentoonstelling is gerealiseerd met steun van het Cultuurfonds, het Mondriaan Fonds, de VriendenLoterij, het VSBfonds, stichting Zabawas en stichting Janivo.