Voetbalsupporters
Waar een overwinning van een voetbalteam weer niet toe kan leiden. De overwinning van Marokko op België zorgde deze week voor supportersrellen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Brussel. Het woord supporter is hier niet op zijn plaats want hier was mijns inziens weer sprake van puur vandalisme.
Ook in de stadions zitten halve garen die met vuurwerk en verbaal geweld voetbalwedstrijden verzieken en zodoende hun club met boetes en andere sancties opzadelen. In de ruim 35 jaar heb ik als voetbalverslaggever langs de Goudse voetbalvelden ook dingen meegemaakt die niet door de beugel konden. Neem alleen al de verwensingen die scheidsrechters naar hun hoofd krijgen geslingerd. Grensrechters die met angst en beven de wedstrijd uitvlaggen. Ik heb meerdere keren meegemaakt dat clubofficials na afloop van de wedstrijd het arbitrale trio in bescherming moesten nemen tegen heethoofden die ‘verhaal kwamen halen’.
Ik koester de echte supporters en dan denk ik bijvoorbeeld aan de vaste kern van supporters die hun club naar alle hoeken van het land door weer en wind trouw volgen. Supporters die helaas niet meer onder ons zijn zoals Martien en Johan, die voor de wedstrijd naar me toe kwamen om te zeggen te hopen dat ‘we vanmiddag gaan winnen’, maar ook al blij zouden zijn met een gelijkspel. En na afloop dan trots zeggen dat ze het maar weer mooi hebben gefikst.
“Meneer Schinkel, hoe gaat het met u”, was jarenlang de gebruikelijk begroeting van Jan, die met een transistorradio op zijn schouder behalve om naar zijn club ONA te kijken ook naar Langs de Lijn luisterde om te horen hoe het met Feyenoord ging. Het toenmalige ‘zuivelfront’ Quirien en Kees. Het duo Bram en Jos. De altijd enthousiaste Joost. De echte supporters bestaan gelukkig nog.
Gerrit Schinkel