Zijn overheids- of supermarktregels belangrijker dan ouderlijk gezag? Die vraag stelt Froukje van Lieshout, communicatie adviseur en trouwambtenaar, in haar eerste column voor ZoGouds.nl.
Vorige week haalde ik mijn 16-jarige zoon op bij mijn man aan boord van het passagiersschip waar hij schipper is. Toevallig was er een bepaald bier op en de nieuwe voorraden zouden pas dagen later geleverd worden.
Omdat ik er toch met de auto was, kreeg ik de vraag of ik een paar kratten wilde halen. Mijn zoon bood spontaan aan om mee te gaan sjouwen.
In de supermarkt laadde ik de kar vol en bij de zelfscan verscheen er direct een medewerker die om legitimatie vroeg.
Ik grapte dat ik dit jaar 50 word – een onverwacht compliment! – maar het ID moest van mijn zoon komen. Toen ik uitlegde dat híj niks kocht en alleen droeg, liet ik zelfs de bedrijfspas zien waarmee ik zou betalen.
Toch bleef de medewerkster weigeren. De teamleider die erbij werd geroepen, legde uit dat het “niet uitmaakte wie er betaalde, want de jongen stond erbij.”
Mijn voorstel om hem even in de auto te laten wachten, werd afgewezen: “Nee, want we weten nu dat hij er is.”
Toen ik verduidelijkte dat de kratten voor de scheepsbar waren, kwam het antwoord: “Ja, maar wij weten niet wie daar straks allemaal drinken.”
Begrijp me goed: ik snap het beleid en de wet #NIX18. Natuurlijk wil je voorkomen dat jongeren meelopen met een volwassene die voor hen alcohol koopt. Maar als je eigen kind alleen de drager is, en je als ouder betaalt en tekent, slaan we dan niet een klein beetje door met de regels?
Froukje van Lieshout