Beleidsplan
Heb jij je ooit afgevraagd of onze lieve Heer eerst een beleidsplan schreef toen Hij de aarde schiep? Of, als je anders gelovig bent, dat er ergens aan het begin van de evolutie, een dikke map met uitgewerkte ideeën klaar lag? Steeds meer kom ik er achter dat de mooiste dingen ontstaan daar waar een paar mensen een plan hebben, elkaar enthousiasmeren en er voor gaan.
Deze dingen worden dan gaandeweg verbindingen. Waar verbinding is, stroomt energie.
Natuurlijk moet je dan nog steeds nadenken. Je hoeft niet perse bestuurlijke ervaring te hebben om te weten dat je ergens een stip op de horizon nodig hebt. Plannen kritisch bekijken en doorrekenen is wel zo handig voor je iets start.
Maar als je die laatste twee dingen te lang doet, wordt het uiteindelijk je dagelijkse bezigheid. Wat maken we dan nog echt?
Ik sjouw regelmatig ergens door een (voedsel)bos. De natuur leert me dat er vooral al heel veel is. Dat we alleen daar moeten ingrijpen waar wij zelf ooit de boel verstoord hebben. Voor de rest mogen we de dingen laten ontstaan.
Als een eikel bezig blijft met wat er allemaal kan gebeuren, of wat er aan uitdagingen overwonnen moet worden, ligt ie bovengronds te rotten in plaats van nieuw leven te geven aan een boom die wel driehonderd jaar oud kan worden. Wist je trouwens dat varkens alleen eikels eten die eikels blijven? Als een eikel een boom wordt, blijft zelfs een varken ervan af.
Een mooi voorbeeld van de dingen doen en gaandeweg leren is ons warme huiskamerproject. Als Goudse kerken hebben we ons aangesloten bij het idee van Het Leger des Heils. Zij hebben inmiddels op meer dan honderd plekken een warme kamer gerealiseerd.
Daar waar mensen de thermostaat lager (moeten) zetten, is men welkom op een centrale plek waar warmte geboden wordt.
We hebben er niet te lang over vergaderd maar zijn vooral bezig met de praktische uitvoering. Iets met een sleutel regelen, bemensing verzorgen en de ruimte een beetje gezellig maken. Meer is het niet. En natuurlijk hebben we een beleidsplan. Die staat op onze poster.
Arjan van Essen